top of page
  • Foto van schrijverRosalinde van Dijk

Maartje (24): “Als ik de trap op moest naar mijn appartement dan dacht ik: hoe ga ik dit doen?”

“Na mijn middelbare school heb ik een MBO opleiding gedaan en daarna ben ik gaan werken. Gemiddeld vijf en soms zelfs zes dagen per week ging om zes uur ’s ochtends de wekker. Ik werkte in een opleidingscentrum als gastvrouw. De werksfeer was onprettig en ik was vaak moe. Als ik thuis kwam at ik wat en dook ik vervolgens snel mijn bed in. Er was weinig ruimte in mijn leven voor ontspanning of leuke dingen. Mijn leven bestond grotendeels uit werk.

Er waren wel tekenen dat het niet goed met mij ging, maar ik trok me er niet veel van aan. Ik had altijd hoofdpijn en was constant extreem vermoeid. Van kleine dingen kon ik enorm overstuur raken. Als iemand kritiek gaf, werd ik heel snel emotioneel en barstte ik in tranen uit. Terwijl ik normaal gesproken echt wel wat kritiek kon hebben.

Ik ben in de afgelopen jaren een paar keer van baan gewisseld en uiteindelijk ben ik geëindigd in de horeca. Mijn dagen waren nog steeds gevuld met werk en op de werkplek na was er weinig veranderd in mijn leven. Door de coronacrisis was er veel onzekerheid op mijn werk en de lock-down bracht veranderingen teweeg op de werkvloer. Ik vond het vermoeiend. Wij moesten als personeel snel switchen en elke dag heerste er onzekerheid over wat ons te wachten stond.



Op een zaterdag was ik aan het werk en kreeg ik op een gegeven moment intens veel hoofdpijn. Ik wilde wat van het aanrecht pakken, maar mijn hand greep mis. Mijn hand-oog coördinatie werkte niet meer. Ik voelde dat ik op het punt stond om flauw te vallen en had meteen door dat het foute boel was. Ik meldde mij ziek. Echt ongerust was ik op dat moment niet. Ik had vaker soortgelijke klachten gehad, dus ik ging ervan uit dat het na een week rust wel beter zou gaan. Maar dat gebeurde niet. Ik bleef me rot voelen. Na die week ben ik een paar keer naar mijn werk gegaan. Ik mocht doosjes inpakken en deed nog wat andere lichte werkzaamheden.


“Ik wilde wat van het aanrecht pakken, maar mijn hand greep mis. Mijn hand-oog coördinatie werkte niet meer”

Na twee weken van halve dagen werken stond mijn baas erop dat ik de dokter belde. Hij wilde dat ik weer aan het werk ging als er fysiek niks gevonden zou worden. De dokter wist niet wat er met mij aan de hand was en verwees mij door naar de praktijkondersteuner, maar ook hij wist niet zo goed wat hij met mij aan moest. Na een paar weken was het voor mij zelf duidelijk dat ik burn-out klachten had. Ik vond het moeilijk om te accepteren, maar besloot uiteindelijk wel om hulp te zoeken bij een psycholoog. Ik kreeg vrij snel bericht dat ik mocht starten met therapie. Ik vond de hulp vanuit de GGZ niet heel goed, maar ik vond het prettig dat er iemand met mij meekeek en mij hielp.


Na een paar maanden thuis te zijn besloot ik om weer te gaan re-integreren. Ik begon met twee uur werken. Ik had het gevoel dat ik dit wel zou aankunnen, maar helaas lukte het mij nog niet. Het ging weer slechter. Ik was ontzettend moe en had veel hoofdpijn. Ik voelde me fysiek heel zwak. Nadat ik een aantal weken twee uur had gewerkt heb ik aangegeven dat het mij nog niet lukte. Dit was voor mij een hele onzekere periode. Ik vroeg mij af wanneer ik dan wel zou gaan re-integreren en begreep niet waarom mijn herstel zo lang duurde. Ik was teleurgesteld dat het mij niet lukte, want ik wilde zo graag gewoon weer aan de slag. Het voelde alsof ik terug bij af was.

Na mijn terugval zei ik vaker sociale afspraken af en ging ik veel minder naar buiten. Ik was bijna elke dag thuis en isoleerde mijzelf. Ik was ontzettend moe en voelde mij heel naar. Eigenlijk was mijn eigen boterham smeren al te veel. Als ik de trap op moest naar mijn appartement dan dacht ik: hoe ga ik dit doen? Dat ik er zo slecht aan toe was daar schrok ik best wel van. Het was nog erger dan toen ik net thuis kwam te zitten. Als ik s’ ochtends wakker werd dan wilde ik eigenlijk alweer mijn bed in gaan. Het enige wat ik deed was lezen en thee drinken. Ik ben in deze periode ook veel bij mijn ouders geweest. Dan hoefde ik even nergens over na te denken en werd er voor mij gekookt.


“Als ik de trap op moest naar mijn appartement dan dacht ik: hoe ga ik dit doen?”

Ik ben hooggevoelig. Als kind zijnde was ik al gevoelig voor sferen en pikte ik vaak de emoties van anderen mee. Als ik mij rot voelde en naar een gezellig feestje ging, dan was ik snel weer blij en kon ik de hele avond lachen. Maar het werkte helaas ook andersom. Op de middelbare school ben ik gepest en ik merkte dat ik dat dit mij heel erg beïnvloedde. Omdat ik mij in een negatieve omgeving bevond werd ik zelf ook negatiever. Door mijn gevoeligheid was ik vaak vermoeid, omdat ik veel te verwerken had. De intensiteit van het leven die ik als kind ervoer voelde ik ook in mijn leven als jongvolwassenen. Op mijn werk was ik vaak overprikkeld en gestrest. Nadat ik ziek thuis kwam te zitten besloot ik dat ik mijn gevoeligheid moest gaan omarmen.


Ik probeerde lief te zijn voor mijzelf en mijn herstel zo comfortabel mogelijk te maken. Ik liet mijn boodschappen bezorgen, verving de felle lampen in mijn huis voor zachte lampen, deed dagenlang niks en probeerde zoveel mogelijk de rust op te zoeken. Ook haalde ik verschillende plantjes in mijn huis, draaide ik fijne muziek en zorgde ik ervoor dat mijn huis een behaaglijke temperatuur had. Daarnaast probeerde ik mijn sociale contacten te beperken, omdat het mij erg veel energie kostte. Maar ik moest wel voor waken dat ik niet eenzaam werd. Het is was zoeken naar een balans.


Op dit moment is de tweede instorting alweer een halfjaar geleden. Het gaat nu iets beter met mij, maar ik ben nog steeds thuis. Een burn-out krijgen is echt een stuk heftiger dan ik had verwacht. Bij overspannenheid kan je nog wel wat dingen doen, maar bij een burn-out word je echt uitgeschakeld voor een langere periode. Je kan ook niet meteen weer aan het werk. Toen ik thuis kwam te zitten wist ik dat het zwaar zou worden, maar ik had voor mijn gevoel al het ergste gehad. Ik dacht dat ik er wel makkelijk uit zou komen, maar het is heftiger dan ik had verwacht. Het viel me zwaar en als ik terugdenk aan deze periode vraag ik me echt af hoe ik het gedaan heb.


De dingen die mij helpen in mijn herstel zijn: ritme creëren, schrijven, rusten en op zoek gaan naar de dingen die mij energie geven. Ik vraag vaak aan mijzelf of ik iets echt moet of dat ik het mijzelf heb opgelegd. Ik kijk of ik iets echt wil en leuk vind en luister goed naar wat mijn intuïtie mij vertelt. Dat werkt voor mij heel goed. Daarnaast houd ik er rekening mee dat ik introvert ben. Vroeger dacht ik altijd dat ik extravert was, maar ik ben er dit jaar achter gekomen dat het niet zo is. Ik let er op dat ik niet overprikkeld raak.

Mijn dagen zijn daarom op dit moment rustig en gevuld met dingen die mij energie geven. Ik sta op, ga douchen en kleed mij aan. Daarna ontbijt ik wat en lees ik een boek. In de middag onderneem ik iets, maar dat zijn geen hele grote activiteiten. Een maand geleden ben ik begonnen met het verkopen van etherische oliën. Ik word er ontzettend blij van om mij met de oliën bezig te houden. Ik vind het interessant om te weten welke werking een bepaalde geur heeft. Ik vind het echt heel leuk. Op deze manier kom ik de dagen goed door.



Ik heb tijdens mijn burn-out veel begrip mogen ontvangen van de mensen om mij heen. Mijn vriendinnen luisterde naar mij en ook mijn ouders probeerden mij te helpen waar het kon. Mijn werkgever vond het echter moeilijk te begrijpen, ondanks mijn vele pogingen om uit te leggen waar ik doorheen ging. Bij de arbo-arts kreeg ik voor mijn gevoel het minste begrip. Hij probeerde mij te pushen om snel weer aan het werk te gaan en nam mij totaal niet serieus. Hij zei bijvoorbeeld ook: Ik doe dit al zo lang, ik weet wat ik doe. Hij luisterde gewoon totaal niet. Door mijn ervaringen met de arbo-arts heb ik geleerd om grenzen te stellen en voor mijzelf op te komen.


Mijn werkgever en ik hebben afscheid van elkaar genomen, dus ook de gesprekken met de arbo-arts zijn vanaf nu verleden tijd. Ik heb de gesprekken met mijn psycholoog afgerond en op dit moment houd ik me bezig met de dingen die voor mij goed voelen. Laatst heb ik een reading gedaan. Voor mijn gevoel doe ik dan iets dat mijn herstel bevordert en dat is prettig. Financieel gezien heb ik op dit moment nog ruimte, wat mij ook weer rust geeft voor de toekomst. Ik heb mogelijkheden om te gaan kijken wat ik nou echt wil. Waarschijnlijk ga ik mijn broer helpen in zijn nieuwe bedrijf, maar ik wil eigenlijk ook nog gaan studeren. Dat moet ik nog gaan uitzoeken.


Soms ben ik bang voor de toekomst, omdat ik de zware terugval die ik heb gehad ook niet zag aankomen. Dan vraag ik mij af of ik het wel aankan om te werken en of het dit keer goed zal gaan. Maar aan de andere kant heb ik ontzettend veel geleerd in het afgelopen jaar. Ik kan beter omgaan met wat op mijn pad komt en ik herstel sneller als ik toch weer over mijn grenzen ben gegaan. Daarnaast merk ik dat ik weer zin krijg om van alles te ondernemen. Het bezig zijn met de verkoop van de etherische oliën doet mij goed. Dat vind ik ontzettend leuk om te doen en past heel erg bij mij. Ik heb zin om mijn leven te gaan leiden zoals ik dat wil en heb het gevoel dat het einde van mijn burn-out in zicht is.”



bottom of page